vrijdag, december 11, 2009

Kunst in Gariyat (dinsdag, 17.11.2009)

O wat was het koud vanochtend. De sterren schenen helder en de temperatuur zal ver onder de 10 °C hebben gelegen. Probeer dan maar te blijven lachen als je je buiten boven een opvouwbaar waterbekken moet wassen en scheren. Brrr. Dan ben je blij als je iets warms als ontbijt kunt eten zoals een halfzacht eitje. Ze waren moeilijk pelbaar en tegen de tijd dat ik daarmee klaar was, was het ei koud… Maar als handwarmers fungeerden ze prima!

Stipt om 8:00 uur reden we weg van de kampeerplek en reden we terug naar Gariyat. Op de vooruitstekende punt van een Tafelberg zagen we daar in het licht van de opgaande zon een Italiaans fort. Dat ding was gebouwd op de ruïnes van een fort uit de Ottomaanse tijd en dat fort was op zijn beurt weer gebouwd rond de resten van een Romeinse wachttoren. Drie generaties fort op één plek. Het zal jullie wel niet verwonderen te horen dat de Romeinse wachttoren overduidelijk het best en meest solide gebouwd was. Het bestond uit grote zandsteen blokken die uit de zijkant van het plateau gehaald waren. De beitelsporen waren goed te zien en de hoeken waren afgerond. Met uitzondering van het rechthoekige Romeinse bouwwerk in het midden was de rest van het fort een grote puinhoop. Een half uurtje was genoeg om alles in rust te kunnen bekijken. We kregen echter bonustijd omdat één van de banden van de bus verwisseld moest worden. Een scherpe steen was tussen de dubbele banden blijven steken en had één daarvan doorboord. Alois werd bij het wisselen geholpen door Akram. Het leuke was dat Alois alleen Duits sprak en Akram alleen Arabisch en Engels. Zij verstonden elkaar absoluut niet, waren echter zo goed op elkaar ingespeeld dat binnen een uur het karwei geklaard was. We hadden dus een half uur extra om in de omgeving rond te kijken. Dat was niet echt de moeite waard. Er stonden wat officiële gebouwen die in Nederland als kraakpand zouden zijn doorgegaan en een paar betonnen woningen. Sommige waren verlaten en op het erf bij één van de huizen liepen een stel honden rond. En overal lag afval. Het meest imposante in deze omgeving was de door een storm omgeknakte zendmast. Het bovenste deel, dat waarschijnlijk te ver uitstak, was weggehaald. Het onderste deel was als een surrealistisch monument blijven staan. Een paar honderd meter verderop had men een nieuwe zendmast gebouwd.


Een half uur later dan gepland reden we weg naar Alfejej. Dat was een ruk van zo’n 500 km dwars door de woestijn. Het eerste stuk bestond uit steen- en rotswoestijn. Kilometers lang zonder dat er ook maar iemand voorbij kwam. Over grote delen waren langs de weg de resten van een parallelweg te zien. Dit was waarschijnlijk de oorspronkelijke zandpiste. Hij werd niet meer onderhouden maar zou zonder problemen weer in gebruik kunnen worden genomen als de nieuwe weg bijvoorbeeld gerepareerd zou moet worden. Op enige afstand van de weg stond vervolgens een rij hoogspanningsmasten. Die dingen staan bijna overal in Libië en wel parallel aan de grote wegen. En tussen de weg en de hoogspanningsmasten zagen we op regelmatige afstand van elkaar pompstations voor het grote irrigatiesysteem van Ghadaffi: het Man Made River project. Dit was de grote droom van Ghadaffi, of The Leader zoals hij in Libië genoemd wordt. Hij wilde Afrika weer groen maken. Onderzoek wees uit dat er onder de Sahara enorme voorraden fossiel grondwater aanwezig waren. Dat grondwater wilde The Leader gebruiken voor het realiseren van zijn droom. Daartoe liet hij ten eerste een fabriek bouwen waar betonnen buissegmenten met een diameter van 4 m werden gemaakt. Ten tweede werd op verschillende plekken in de woestijn grondwater opgepompt en ten derde werd een enorm stelsel van pijpleidingen van de bron tot aan de bevolkingsrijke delen aan de kust gepompt. Dit slokte miljarden olie-dinars, maar zorgde tegelijkertijd voor genoeg werk. Helaas begint het er nu op te lijken dat er minder water aanwezig is dan gedacht werd. Er is nog wel water maar het wordt steeds zouter naarmate meer water opgepompt wordt. Het was de bedoeling dat als de technologie van het ontzilten van zeewater rendabel zou worden, het pompsysteem omgekeerd zou gaan werken. Maar dat zal wel utopie blijven want het fossiele grondwater begint nu al op te raken. Niet dat dat de Libiërs zorgen schijnt te bereiden. Net als met elektrische stroom wordt ook met water heel verspillend omgegaan. Onderweg zagen we oases waar de hele dag de sproeiers aan stonden, en dat in de brandende zon. Ook zagen we kunstmatige, cirkelvormige oases met een diameter van meerdere honderd meter en een centraal roterende sproeiarm op wielen.


Gelukkig stopten we een paar maal om de benen te strekken en in te kopen. Tijdens de tweede inkoopstop in Sabha vonden we baklava en hebben daarvan gelijk een grote hoeveelheid ingeslagen om uit te delen als toetje bij het avondeten. Een andere stop was bij de overgang van rotswoestijn naar zandwoestijn. Bij een door Rotel “gepatenteerde” rij van sikkelduinen of barghanen stopten we voor een fotopauze en een beetje klimwerk. De zon was ondertussen goed warm geworden maar op de blanke top der duinen woei een zwak, verkoelend briesje. Een laatste stop was bij de Garamanten-graven. Op dit laatste stuk van de lange, lange reis reden we aan de zuidzijde van een lange reeks tafelbergen met rechts van ons een uitgestrekte oase. Op de helling van de tafelbergen waren op onregelmatige afstand van elkaar op de minder steile stukken concentraties te zien van steenhopen met een diameter van zo’n 5 m en een hoogte van 1-2 m. Dat waren de grafmonumenten van de Garamanten, een volk dat deels vijandig tegenover de Romeinen stond en deels daarmee ook handel dreef. De graven zijn allemaal leeggeroofd en veel weten we daardoor niet van de Garamanten.


Uiteindelijk kwamen we bij zonsondergang aan bij de jeugdherberg van Alfejej. Deze zag er iets anders uit dan de twee standaardmodellen die we op eerdere overnachtingen hadden. Het grootste verschil was dat deze een grote, met gedroogde palmbladeren gedekte veranda naast het gebouw had staan, waar het goed toeven was. Het hield de warmte van de dag goed vast zodat er daar toen de schemering inviel, nog steeds een aangename temperatuur heerste. Er waren twee blokken met douches. Bij het ene blok was alleen koud water en bij het andere blok … ook. Nou ja, bij de vrouwen dan. Bij de mannen was er wel warm water. Ook kon je, als je wilde, de buitenkranen gebruiken. Had je tenminste nog een interessant uitzicht op versteende stukken hout, die we onderweg tijdens één van de stops ook al hadden zien liggen.

Als avondeten was er aardappelpuree met een soort van gehaktballen in saus. Verder was er yoghurt als toetje en als toe-toetje de baklava die we eerder die dag hadden gekocht. Daar was iedereen heel erg over te spreken. We kregen de koffers om de “Drei-Tage-Tasche” te herpakken en zijn daarna weer onder de veranda gaan zitten om het dagboek bij te werken en te borduren.

Geen opmerkingen: