Stipt om 8:00 uur reden we weg van de kampeerplek en reden we terug naar Gariyat. Op de vooruitstekende punt van een Tafelberg zagen we daar in het licht van de opgaande zon een Italiaans fort. Dat ding was gebouwd op de ruïnes van een fort uit de Ottomaanse tijd en dat fort was op zijn beurt weer gebouwd rond de resten van een Romeinse wachttoren. Drie generaties fort op één plek. Het zal jullie wel niet verwonderen te horen dat de Romeinse wachttoren overduidelijk het best en meest solide gebouwd was. Het bestond uit grote zandsteen blokken die uit de zijkant van het plateau gehaald waren. De beitelsporen waren goed te zien en de hoeken waren afgerond. Met uitzondering van het rechthoekige Romeinse bouwwerk in het midden was de rest van het fort een grote puinhoop. Een half uurtje was genoeg om alles in rust te kunnen bekijken. We kregen echter bonustijd omdat één van de banden van de bus verwisseld moest worden. Een scherpe steen was tussen de dubbele banden blijven steken en had één daarvan doorboord. Alois werd bij het wisselen geholpen door Akram. Het leuke was dat Alois alleen Duits sprak en Akram alleen Arabisch en Engels. Zij verstonden elkaar absoluut niet, waren echter zo goed op elkaar ingespeeld dat binnen een uur het karwei geklaard was. We hadden dus een half uur extra om in de omgeving rond te kijken. Dat was niet echt de moeite waard. Er stonden wat officiële gebouwen die in Nederland als kraakpand zouden zijn doorgegaan en een paar betonnen woningen. Sommige waren verlaten en op het erf bij één van de huizen liepen een stel honden rond. En overal lag afval. Het meest imposante in deze omgeving was de door een storm omgeknakte zendmast. Het bovenste deel, dat waarschijnlijk te ver uitstak, was weggehaald. Het onderste deel was als een surrealistisch monument blijven staan. Een paar honderd meter verderop had men een nieuwe zendmast gebouwd.
Een half uur later dan gepland reden we weg naar Alfejej. Dat was een ruk van zo’n
Gelukkig stopten we een paar maal om de benen te strekken en in te kopen. Tijdens de tweede inkoopstop in Sabha vonden we baklava en hebben daarvan gelijk een grote hoeveelheid ingeslagen om uit te delen als toetje bij het avondeten. Een andere stop was bij de overgang van rotswoestijn naar zandwoestijn. Bij een door Rotel “gepatenteerde” rij van sikkelduinen of barghanen stopten we voor een fotopauze en een beetje klimwerk. De zon was ondertussen goed warm geworden maar op de blanke top der duinen woei een zwak, verkoelend briesje. Een laatste stop was bij de Garamanten-graven. Op dit laatste stuk van de lange, lange reis reden we aan de zuidzijde van een lange reeks tafelbergen met rechts van ons een uitgestrekte oase. Op de helling van de tafelbergen waren op onregelmatige afstand van elkaar op de minder steile stukken concentraties te zien van steenhopen met een diameter van zo’n
Uiteindelijk kwamen we bij zonsondergang aan bij de jeugdherberg van Alfejej. Deze zag er iets anders uit dan de twee standaardmodellen die we op eerdere overnachtingen hadden. Het grootste verschil was dat deze een grote, met gedroogde palmbladeren gedekte veranda naast het gebouw had staan, waar het goed toeven was. Het hield de warmte van de dag goed vast zodat er daar toen de schemering inviel, nog steeds een aangename temperatuur heerste. Er waren twee blokken met douches. Bij het ene blok was alleen koud water en bij het andere blok … ook. Nou ja, bij de vrouwen dan. Bij de mannen was er wel warm water. Ook kon je, als je wilde, de buitenkranen gebruiken. Had je tenminste nog een interessant uitzicht op versteende stukken hout, die we onderweg tijdens één van de stops ook al hadden zien liggen.
Als avondeten was er aardappelpuree met een soort van gehaktballen in saus. Verder was er yoghurt als toetje en als toe-toetje de baklava die we eerder die dag hadden gekocht. Daar was iedereen heel erg over te spreken. We kregen de koffers om de “Drei-Tage-Tasche” te herpakken en zijn daarna weer onder de veranda gaan zitten om het dagboek bij te werken en te borduren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten