vrijdag, april 02, 2010

Achter de geraniums

Niet dat we geraniums (lat.: Pelargonium) voor het raam hebben staan, maar het geeft aan dat we op het moment gezellig binnen zitten. Op een kort intermezzo na, regent het hier sinds twee weken in verschillende mate van heftigheid. Het is altijd een grote verrassing voor ons om 's morgens het gordijn open te trekken en ... jawel, het is grijs! Vanochtend was het niet anders. Je krijgt er het Jules Deelder dicht-gevoel van:

Grijs
Grijs, grijzer, grijst,
niets dat naar de zon verwijst.
Grijzer kan niet zijn,
dat past niet in mijn brein.

Waar waren we ook alweer gebleven? De 19e was mijn laatste werkdag in Nottingham. Helaas, want het heeft me daar heel goed bevallen wat betreft baan en collegae. De stad zelf is een standaard industriestad, de meest criminele van het eiland naar het schijnt (niet dat ik er iets van gemerkt heb). Vrijdagmiddag heb ik de deuren achter me dicht getrokken en ben met de trein naar Salisbury gegaan, zoals elk weekend. De volgende dag zijn we met een busje terug gegaan om al mijn spullen op te halen. Je staat altijd weer te kijken van de hoeveelheid troep die je in korte tijd kan verzamelen. Nu bestond deze "troep" voornamelijk uit de boeken die ik in de loop van de tijd per trein van Salisbury had meegebracht om het chronisch ruimtetekort hier in huis wat te verlichten. De hele weg regende het pijpestelen wat het rijden niet echt leuk maakte. Kort voor Nottingham maakten we een ommetje naar Jessica's lievelingswinkel Ikea om verhuisdozen te halen. Die hadden we hard nodig want onze eigen exemplaren hadden door de vele verhuizingen toch enigemate te lijden gehad. Om 15:30 waren we eindelijk op de plaats van bestemming (vanwege de drukte bij het autoverhuurbedrijf reden we een uur later weg dan gepland, verder rij ik standaard een paar keer fout en dan waren er ook nog een stel files) en konden we de dozen gaan pakken, acht in totaal. Daarbij kwam nog mijn bed-bank. Om 18:00 vertrokken we weer en waren tegen 23:00 terug in Salisbury. De wagen hebben we mooi ingepakt laten staan op een parkeerplaats in de buurt want daar waar wij wonen bestaat ook een chronisch gebrek aan parkeerruimte.
De volgende morgen vroeg hebben we de wagen uitgeladen en zijn naar Wessex Archaeology gereden om Jessica's spullen op te halen. Voor degenen die het nog niet wisten: Jessica heeft haar baan opgezegd vanwege de ongelooflijk slechte werksfeer en het gebrek aan vertrouwen. Jessica had 16 dozen nodig voor haar troep. Ergo, in ons huis moesten 24 dozen een nieuw onderkomen vinden. Hierbij was alleen de begane grond een optie vanwege de niet al te stevige constructie van dit stulpje. We hebben de dozen zo vol mogelijk gepakt en staan nu netjes opgestapeld in het hok achter de keuken. We hopen dat de boel droog blijft want anders gaat er een kapitaal aan papierwerk verloren...

Vervolgens hebben we de bed-bank van hier omgewisseld voor het nieuwere exemplaar uit Nottingham en zijn met de oude naar een vriendin in Ringwood gereden die deze graag wilde hebben. Daar kregen we een lunch aangeboden en zijn goed gevuld teruggegaan naar Salisbury. De maandag daarop heb ik de wagen weer afgegeven en begon mijn werkloosheidsbestaan. Op zich heeft het wel wat hoor: niets hoeft meer (nou ja, ik moet nog wel een paar artikelen schrijven maar met al de naslag-literatuur in dozen is het lastig werken). Jessica heeft nog tot donderdag gewerkt en heeft toen bij Wessex de deur dichtgetrokken. Ik ben ondertussen nog aan het solliciteren en had afgelopen dinsdag een sollicitatiegesprek bij English Heritage in Portsmouth en heb twee andere in Nederland komende donderdag. We zullen wel zien wat er van komt. We genieten gewoon nog even van het niets moeten doen.

Zo zijn we woensdag naar de Johannes Passion in de kathedraal geweest. Er werd heel mooi gezongen. Jammer alleen dat er niet zoveel mensen waren. Op de terugweg door de regen zagen we vlak bij huis een fiets in het kanaal liggen. "Wat zonde" zeiden we nog en liepen verder om even later door een luid geschreeuw staande te worden gehouden. Een van onze medebewoonsters aan het water had zojuist haar boodschappen naar binnen gedragen om te merken dat in de paar minuten dat ze binnen was, iemand of iemanden haar fiets in de Avon hadden geworpen. Jessica bood grootmoedig aan dat ik wel even het water in zou springen om de fiets eruit te halen. Er zat voor mij dus niets anders op dan om naar huis te gaan om m'n rode kaplaarzen te halen. "Het water is niet zo diep" zei ze nog. Nee, was het ook niet, maar ieder geval wel dieper dan mijn laarzen hoog waren. Ik heb altijd al eens bij nacht in de regen in de Avon willen springen. Nu had ik mijn kans. Wel, het water is ijskoud en het stroomt erg snel. Bovendien is het erg lastig om met twee watergevulde laarzen zo'n 2,5 m omhoog te springen, maar met twee dames die aan mijn armen sjorden ging het wel. Dat was een mooie afsluiting van een regenachtige dag.

De volgende dag was het tegen alle verwachtingen in droog. Daar moesten we gebruik van maken en Jessica stelde een dagje Bradford upon Avon voor. Dat is een half uurtje met de trein van hier in de richting van Bath en Bristol. We hebben een prachtige wandeling langs het kanaal gemaakt, af en toe zowaar in de zon (dat is een bol die vroeger vaak aan de hemel stond en licht en warmte gaf). Je merkt het echt wel als je een tijdje niet in beweging bent geweest en dan weer een stuk gaat lopen. Al met al een geslaagde dag. En vandaag dus weer een geranium-dag. Jessica is druk in de weer met postzegels en ik type wat lettertjes met de kat snurkend naast me. Heel burgerlijk...