donderdag, december 17, 2009

Graven in de woestijn (donderdag, 19 november 2009)

Het leek wel alsof de Rotelianers nog sneller dan anders hun dagtaken wilden afhandelen. Volgens mij was het ruim voor 7:00 uur dat begonnen werd met het ontbijt en het afwaswater was definitief voor 7:30 al weggegooid. Ook de Rotel was voor 7:45 uur al afgebouwd. Niet dat de aanhanger mee zou komen vandaag, maar dat was een veiligheidsmaatregel. Bijgevolg moesten we nog ongeveer een kwartier wachten tot we vertrokken. Deutsche Pünktlichkeit, want 8:00 uur was de vastgestelde vertrektijd. Berthold zei hier iets van in de bus en hopelijk zijn onze medereizigers morgen niet zo gehaast.

Vandaag was een excursie gepland naar de rotstekeningen van Wadi Mathandous. Dit zou een heel hobbelige tocht worden en we waren gewaarschuwd om al het loszittende spul vast te zetten. We begonnen rustig aan. Over de straat richting zuid, een vierbaansweg waarvan de ene richting (niet de onze) nieuw geasfalteerd was en de andere in begaanbare staat. Vergeleken met de “wegen” die kwamen, was dit hemels. Plotseling werd er gestopt en mochten we uitstappen om nog wat Garamanten-graven te bezichtigen. Deze lagen bijna direct naast de weg, waren in een behoorlijk goede staat en we hoefden er niet voor te betalen. Eigenlijk zouden we op een andere plaats die graven gaan bekijken maar volgens Berthold waren deze beter omdat die anderen kapot gerestaureerd waren. En je moest er voor betalen natuurlijk. Deze graven lagen op de flank van hetzelfde zandsteen plateau waar we eergisteren tegen het einde van de reis al langs begonnen te rijden, de Msak Settafet. Ze hadden een piramidevorm en bestonden uit brokken natuursteen met een lemen buitenhuid. Overbodig om te zeggen dat ze allemaal leeggeroofd waren.

Daarna ging het door een door mensenhand geslagen kloof door de Msak Settafet naar het hoogplateau van Murzuq. Bij een politiepost gaven we het inmiddels welbekende papiertje af en reden verder op een soort van golfplaatstraat of iets dat daar op leek. Door de vering van de voertuigen die er overheen rijden, wordt een deel van de weg meer verhard dan het andere deel en het resultaat is een golvend oppervlak. Dat reed niet echt prettig. Hoewel Jessica de bus die morgen had schoongeveegd, was er nog genoeg zand in de bus achtergebleven. Dat schudde nu lekker los, stofte op van de bagagerekken en dwarrelde overal. Het was net alsof je in een afgesloten ruimte zand aan het vegen was. Eigenlijk hadden we voor deze tocht een mondkapje moeten hebben… Alois probeerde het gehobbel zoveel mogelijk te vermijden door langs de rand van de weg te rijden. Dit was deels een verbetering. Een bijwerking was wel dat de bus soms gevaarlijk ver overhelde en af en toe wat slipte in het mulle zand van de berm.

Na een tijdje lieten we de weg achter ons en reden over pistes de rots-zand woestijn in. Het slippen werd wat erger want Alois hield van doorrijden. Zo’n 70 km/uur zal hij over het deels aangereden zand hebben gereden. Daarna volgde een tweede politiepost. Deze was er volgens de officiële lezing alleen om te weten waar je heen ging zodat, als je daar niet aankwam, ze konden gaan zoeken. Hierna werd de tocht nog lastiger. De bus moest door het mulle zand een heuvel op. Dat lukte niet, dus reed Alois achteruit de heuvel weer af en volgde een ander spoor om de heuvel heen. Daarna week hij van het spoor af om weer op de oude route te komen. Mul zand en zware bus waren geen goede combinatie. De bus kwam verschillende malen vast te zitten in het zand. Gelukkig was met alles rekening gehouden en hadden we scheppen en rijplaten aan de zijkant van de bus hangen. Bij elke keer moesten we de bus uit, zand weggraven voor of achter de wielen, rijplaten er voor of er achter leggen, de bus voor- of achteruit laten rijden, rijplaten oppakken en aan de bus hangen, en de bus weer in. Eén of twee keer was wel aardig. Na de vijfde keer begon het een beetje vervelend te worden. De standaard Rotel-fotografen waren niet meer aan het plaatjes schieten of filmen maar begonnen openlijk te morren. Berthold en Alois werden hierdoor een beetje kortaf, vanzelfsprekend. Maar uiteindelijk redden we het de heuvel op, een minder steile heuvel dan die aan het begin, en vonden de weg naar Wadi Mathandous. Na het zand volgde een rotswoestijn met zwart verkleurde zandsteen. Die verkleuring is veroorzaakt door ijzeroxides onder invloed van bacteriën. Als je de steen omdraait, zie je de originele lichtbruin-rode kleur.

Onderweg stopten we nog een paar keer om de benen te kunnen strekken. Dat was wel zo prettig want het geschud en de fijne stof waren niet al te prettig. Eén van de stops was bij de afgebroken kant van een wadi. Het water dat hier in de regenperiode met grote kracht doorheen stroomde, had de hoger liggende delen goed aangeknaagd en je zag zand met stukjes puimsteen en verticale wortelachtige structuren. Geen idee wat dat waren, dat moet ik nog eens nazoeken.

Tegen 12:30 uur bereikten we Wadi Mathandous. De groep Italianen die ons onderweg met hun 4x4’s had ingehaald, was er al lang en vertrok nadat wij onze lunch hadden gehad. Deze bestond weer uit een picknick waarbij Rotel voor het (stok‑)brood zorgde. Er stonden daar wat vierpalige met palmbladeren gedekte structuren waaronder we hebben gezeten. Daarna mochten we het park binnen. Het eerste dat we bij de ingang te zien kregen, was een slang. Een echte en een heel dodelijke. Zij onderscheiden zich van de niet-giftige exemplaren door hun staart, die heel snel in een punt overgaat en een kop die meer van het lijf is afgezet. Een beet van zo’n beestje en 10 minuten later kan je de boel van boven gaan bekijken. Onze Canadees (we hadden een heel internationale groep; behalve wij als Nederlanders waren er twee Denen en een Canadees) geloofde er geen woord van en ging rustig op zijn sandalen op nog geen 50 cm afstand een foto maken. De slang bleef rustig liggen wat een geluk voor de Canadees was.

Wadi Mathandous voerde nog deels water van de vorige regenbui. In de rotsen aan de zijkant zagen we onze eerste rotstekeningen. Ze zijn optisch in drie groepen verdeeld: eenvoudige ritstekeningen, beter bewerkte afbeeldingen waarbij de groeven zijn geglad en ten derde afbeeldingen waarbij ook de binnenkant is geglad. Chronologisch zijn er vier periodes: de naturale en oudste periode, de pastorale periode, de paardenperiode en de kamelenperiode. Zij omvatten een tijd van ongeveer 8000 v. Chr. tot zo’n 1500 n. Chr. In de eerste periode zijn dieren van de savanne afgebeeld zoals giraffes, olifanten, struisvogels enz. In de daarop volgende periode, de zogenaamde Gouden Tijd van d rotstekeningen, zijn runderen in alle soorten en maten, vormen en gewichten te zien. Dan krijgen we de paarden en de kamelen. Die hebben we echter niet gezien. Nou is dat ook niet verwonderlijk want de locatie van de afbeeldingen strekte zich over 12 kilometer langs de wadi uit. Behalve aan de hand van het plaatje zelf, zijn de afbeeldingen relatief gedateerd met behulp van de patina. Bij het inkrassen is de patina natuurlijk verdwenen, waarna er zich weer een patina in de groef vormde. De dikte van deze patina geeft relatief aan hoeveel tijd sindsdien verstreken is. Het was prachtig al die verschillende diersoorten te zien afgebeeld. De artiesten moeten de dieren goed hebben bestudeerd. De Sahara moest toen nog groen zijn geweest. De reden waarom de Sahara in een relatief korte tijd is ontstaan, wordt met veranderingen in de stand van de aardas en de rotatie van de aarde verklaard. Hierdoor steeg de temperatuur, verdween de vegetatie en viel er steeds minder neerslag.

Na wat klauterwerk langs de rotsen à la Indiana Jones liepen we daarna terug naar de ingang van het park en de bus. Om 15:30 uur reden we min of meer dezelfde weg terug. Dit keer bleven we nergens in het zand vastzitten. We hielden nog twee korte pauzes om een soort van kalebassen in het wild te bekijken. Ze worden door niemand en niets gegeten en in zon gedroogde toestand zijn ze erg licht. Daarom rollen ze overal heen door de wind. De pitten maken een ratelend geluid als je ze schudt. Lutz en ik hebben er nog even boules mee gespeeld.

Het was een lange, schuddende reis en we waren blij om om 18:30 uur terug te zijn. Alois kookte rijst met geëxplodeerde kip voor ons dat in een ommezien weg was. Daarna hebben we gedoucht om het stof weg te krijgen en hebben zoals elke avond dagboek geschreven en geborduurd.

Geen opmerkingen: