vrijdag, oktober 17, 2008

De baklavabakker van Hama (zondag, 28.09.2008)

Wat een rust. Er was geen moskee in de buurt waar vanaf om 4:00 in de morgen gezongen werd. Er was alleen een haan die tegen 6:00 begon te kraaien omdat hij het tijd vond dat we moesten opstaan. Dat lieten sommige Rotelianers niet op zich zitten en stonden dan ook op. Ofschoon de wekker bij ons op 6:30 stond, gingen we er toch ook maar eerder uit. Aangezien er maar drie douches (voor de mannen) waren met slechts een dun straaltje koud water, was het vroegere opstaan geen overbodige luxe. Vooral bij de dames toiletblok-douches moeten er lange wachttijden met veel kwabbend vet voor de douches zijn geweest.

Het ontbijt vond plaats onder de veranda van het restaurant. De wind was namelijk wel wat gaan liggen maar was desalniettemin nog steeds behoorlijk sterk. Het zicht leek helder maar na het afbreken van de Rotel zat er toch weer meer zand in de lucht. We mochten gelukkig nog wat meer van Palmyra gaan bekijken. De antieke stad is zo groot dat de rondwandeling van gisteren slechts een klein percentage van de stad omvatte. De uitzichttour naar de Burgberg werd weer afgelast, dit keer niet vanwege het zand maar vanwege de stand van de zon. Hierdoor zouden foto’s niet mogelijk zijn door tegenlicht. Prima, aan de ene kant wel jammer maar aan de andere kant hadden we nu een extra anderhalf uur voor de bezichtiging van Palmyra.
Hoe doe je dat, een complete ruïnestad met zeeën van zuilen en tempels en bezaaid met Romeins aardewerk verkennen in anderhalf uur? Door snel te lopen, niet naar de grond te kijken (wat voor een archeoloog nagenoeg onmogelijk is) en door achteraan te beginnen. Daar is het meestal nog rustig en kan je foto’s zonder toeristen maken. Jan Modaal begint namelijk vooraan en gaat dan naar achteren. Wij noemen dit de methode Karnak. Een probleem was alleen, wat is achteraan? De beslissing viel op het terrein ten Westen van Hadriaans triomfboog.
Voor de boog had zich onze ondertussen welbekende groep Japanners strategisch opgesteld. Het leek wel een groep jagers die triomfantelijk één voet op de buit hadden gezet. We hadden geen zin om ons daar doorheen te worstelen. Wat moeten Japanners eigenlijk in Palmyra? Volgens mij moet het voldoende voor hen zijn om een CD-rommetje thuis te bekijken. Foei De Rijk, niet echt p.c. (politiek correct) die opmerking. Sorry.
Via een tempeltje met wat vliegen er naast (een andere benaming van Jessica voor vliegende handelaren die je allemaal rotzooi willen aansmeren voor 1 Syrische pond) ging het over gebroken zuilen naar andere gebouwen waar ooit zuilen omheen stonden, en van daar naar een begrafenistempel en het Diocletianus-complex. Op die manier hadden we een omtrekkende beweging naar het vermoedelijke zuidelijke eind van de stad gemaakt. Vlak in de buurt waren de graftorens alweer te zien. Het licht was goed, de lucht blauw en Jessica heeft ijverig lopen knipsen. Bij het wisselen van het rolletje leek er echter iets te zijn misgegaan. Paniek! Gelukkig bleek bij het opnieuw inleggen van de film alles in orde te zijn en kon zij rustig verder knipsen.
Na de agora nog eens te hebben bekeken, ditmaal zonder een waas van zand, was het alweer tijd om naar de bus te gaan. Time flies when you’re having fun. Het volgende excursiepunt was Hama. dat was een behoorlijk eind rijden. Ahmad vertelde weer een heleboel over het land. Dit keer over de economie. Na de zesdaagse oorlog tegen Israël was de Arabische wereld verenigd. Daar Syrië strategisch gelegen was, kreeg het land vooral van Iran veel geld om een goed leger op te bouwen. De socialistische regering zag echter de kans schoon om ook de infrastructuur te verbeteren en levensmiddelen te subsidiëren. Daar heeft men hier nog steeds profijt van. Daardoor ziet het land er ook niet echt arm uit. De mensen zijn trots op hun land (en op hun voormalige en huidige president Assad sr. en jr. wiens konterfeit je overal ziet) en dat vertaalt zich in weinig inheemsen die je geld uit je zak bedelen. Heel wat prettiger dan toentertijd in Egypte.
In Homs ging Ahmad erop uit om eten voor ons te regelen. Vanwege de ramadan was de kans groot dat er niet veel eetgelegenheden open zouden zijn voor onze lunch. We kregen een soort pasties gevuld met allerlei dingen. Dit is de specialiteit van Homs. De eerste was gevuld met kaas, toen kwam lam met uit, vervolgens olijf en als laatste spinazie. Dit aten we in de bus omdat het toch nog wel een eind was naar Hama en de pasties anders koud zouden worden.
In Hama staan de grootste waterraden ter wereld. Zij stammen uit de 13e eeuw n.Chr. en dienden om het water uit de rivier de Orontes in een hoger gelegen aquaduct te scheppen. Best wel aardig om te zien, alleen jammer dat het water in de rivier zo laag stond en de raden niet draaiden. We maakten een wandeling door Hama, in het begin met de groep maar omdat die zo ongelofelijk langzaam liepen, hebben we onze tocht maar alleen – vooreerst nog met Anja – voortgezet. We kwamen door het gerestaureerde oude deel van Hama. Hiervan is maar weinig overgebleven. De rest is vakkundig door het leger in de jaren 80 met de grond gelijk gemaakt om de daar huizende Moslim Broederschap op te lossen. Hama is een conservatief nest en president Assad sr. is hier door zijn actie begrijpelijk niet echt geliefd. Zijn zoon heeft wat meer waardering, ook al is zijn portret niet zo wijd verbreid als in bijvoorbeeld Damascus.
Vervolgens zijn we wat gaan bazaar-hoppen. Eerst naar een zaak met baklava, waar we een kilo hebben ingekocht (met voorproeven uiteraard). Dit hebben we ’s avonds na het eten met de anderen gedeeld. Overal in de stad vind je dit soort baklava stalletjes. De zoetigheden liggen op grote schalen piramidaal opgestapeld. Daarna hebben we de groente- fruit-, vlees- en visstalletjes bekeken. Met name de slagers met alle uitgestalde uitgebeende lammetjes plus ingewanden als lever, nieren, darmen, hersenen enz. hadden Jessica’s interesse. De man van één van deze kraampjes wilde evenwel niet dat we een foto namen.
Op tijd kwamen we weer terug bij de bus, die op een ons uitgelegde plek stond te wachten. Het ging verder naar Aleppo, eindstation van de dag. Van verre zagen we al een hoge minaret staan en onze vrees werd bewaarheid toen we in de directe omgeving daarvan de camping op reden. Het was een mooie camping met olijf- en vijgenbomen. Bij het inparkeren reed Franz echter een dikke tak van één van de bomen, beladen met olijven. Doodzonde. De vrouw des huizes vond het dan ook niet leuk en probeerde te redden wat er te redden viel door de olijven van de tak te plukken. De camping ligt ca. 25 km van Aleppo verwijderd. De omgeving ziet er hier heel anders uit dan in Palmyra. Je zag het landschap onderweg veranderen. De zandwoestijn werd steeds groener en je zag steeds vaker plantages met olijven en mogelijk ook notenbomen.
Het was kofferdag en wij mochten onze drei-Tage-Tasche nieuw pakken. Het avondeten bestond uit een soort couscous met uienringen dat Ahmad voor ons bereidde. Een paar Rotelianers hadden geholpen met het snipperen van de groente. Als toetje ging Jessica langs met de Hama-baklava.

Geen opmerkingen: