zaterdag, oktober 25, 2008

Brandend zand (zondag, 05.10.2008)

Het ontbijt was om 7:30. Daarna kwamen de terreinwagens voor een tocht door Wadi Rum. Het waren vijf en na wat getelefoneer, zes 4x4’s, Mitsubishi´s, zoals we ze min of meer bij Wessex ook rijden. Alleen was hier achterin de laadbak een stellage voor een stoffen zonnescherm gebouwd en waren er twee bankjes aan de zijkanten die plaats boden aan zes personen. Het zonnescherm was erg laag zodat ik gebukt moest zitten. We besloten dat dat ding moest verdwijnen, wat de bestuurder met enige bevreemding deed. Voordeel was dat we nu prima zicht hadden, een nadeel was dat we in de volle zon zaten. De vaartwind maakte evenwel veel goed.

Wadi Rum is een prachtige vallei, een soortement van woestijn met wit tot rood zand en grote zandsteenrotsen. Deze hadden de meest uiteenlopende vormen. Ik vermoed dat door sterke regenval de rotsen zijn uitgesleten waarbij druipkaarsachtige vormen ontstonden. De wind heeft vervolgens deze vormen afgezwakt en voornamelijk van boven glad geslepen. Soms zijn grote oppervlaktes van de rots afgebroken die dan een vlak uiterlijk en scherpe randen vertonen. Tijdens de rit hebben we verschillende stops gemaakt. Bij de eerste kregen we thee in een bedoeïenentent aangeboden waar ook een heleboel snuisterijen ter verkoop werden aangeboden. We grapten al dat deze toer eigenlijk een huisvrouwen-verkooptoer was. Daarna hebben we (vermoedelijke) Nabateeër-grafitti gezien (ja, dat deden ze 2000 jaar geleden ook al) en andere imposante steenformaties. Verder is het misschien ook nog leuk om te weten dat Lawrence of Arabia hier in 1917-1918 was. Af en toe moest er gestopt worden omdat de bouten van het rechter achterwiel er dreigden uit te vallen. Daar misten al drie bouten en het was interessant te zien hoeveel slagen de bestuurder met de sleutel kon maken tot de overige bouten weer vast zaten. Het was een behoorlijk hobbelige tocht door mul zand maar zeer zeker de moeite waard. Zeker ook omdat we de voorste wagen van zes waren en dus eigenlijk het beste zicht hadden.



Na de tocht werd ons een lunch aangeboden in het kamp. Deze was niet echt bijzonder. Daarna werd de Rotel afgebroken en reden we naar Wadi Musa, vlak bij Petra, waar we een standplaats bij een hotel hadden. Vlak voor we het hotel bereikten, reden we langs de plaats waar Mozes volgens de overlevering water uit de rots zou hebben geslagen. Er stroomde daar nog steeds water maar er was een gebouwtje overheen geplaatst, zodat we de plek niet echt goed konden zien. Daar is de volgende dagen helaas geen verandering in gekomen.

Het avondeten bestond uit rijst met een gepeperde tomatensaus en kunstmatige gehaktballetjes. Alweer niet echt smakelijk. We hadden de koffers weer gekregen en konden voor de laatste keer de drie-dagen-tas herpakken. Sommige Rotelianen boekten een kamer in het hotel. Wij hebben ook geïnformeerd maar ik vond het net iets te duur.

Geen opmerkingen: