maandag, oktober 27, 2008

Archeologie bij kaarslicht (maandag, 06.10.2008)

Je zou denken dat als je naar een toeristische attractie van de eerste orde gaat, je er vroeg wilt zijn om de stromen van bezoekers voor te zijn. Zeker ook als je weet dat het warm gaat worden. Achmad hield er echter een andere zienswijze op na. Het ontbijt was pas om 7:30, daarna moesten we natuurlijk opruimen, de bus moest nog even tanken en eindelijk kwamen we dan bij de toegangspoort naar Petra. Hier moesten we de toegangskaarten persoonlijk ondertekenen want zij waren twee dagen geldig. Het viel gelukkig niets tegen met de drukte. Als een groep liepen we het eerste stuk tot het graf met de obelisken. Er waren al een paar Rotelianen niet meegekomen omdat het een zware tocht zou worden. Nu viel er weer iemand af, wat mogelijk ook met de warmte te maken had. Het eerste stuk ging namelijk door relatief vlak en open terrein waar de zon ongenadig brandde. Dit stuk bestond uit twee parallelle zandwegen: één voor de voetgangers en één voor de paarden c. q. paard en wagens. Deze laatste twee opties mochten door mensen worden gebruikt die wat moeilijk ter been waren. Overbodig te zeggen dat dit veel dierenleed veroorzaakte omdat dit vaak personen waren die een paar kilo teveel met zich mee torsten. Gelukkig was er een paard en ezel oplapcentrum op het terrein.

Na de uitleg bij het graf mochten de snelle Rotelianen vooruit lopen naar de Schatkamer. Ahmad zou met de langzame ploeg nakomen. Wij waren jong en snel dus ging het in rap tempo langs andere groepen door de zon over stoffige paden. Fout lopen ging niet want er was maar één weg en die voerde naar en door de Siq. De Siq is een paar kilometer lange kloof door de rotsen die tot ongeveer 80 m hoog kunnen zijn. Hier was het wat koeler. De rotsen bestonden uit zandsteen en hadden de prachtigste vormen. Aan weerzijden van het pad dat voor het grootste deel met cement verhard was maar ook nog grote delen van de originele Nabatee’sche bestrating – grote veldkeien – toonde, liepen goten voor opgevangen regenwaterwater dat naar beneden de oude stad in werd geleid. In drie kilometer ging het ongeveer 160 m naar beneden. daar merkte je echter niet zoveel van. De kloof meanderde behoorlijk en er liepen veel toeristen. Gelukkig waren het er ook weer niet zoveel dat geen toeristloze opnames gemaakt konden worden. Niettemin moest je blijven uitkijken want in de soms zeer smalle kloof kon je elk moment door een paard met wagen omver gereden worden.

De laatste bocht naar de open plaats met de Schatkamer was heel indrukwekkend. De Schatkamer is een naam die de Bedoeïenen aan een in de rotsen uitgehouwen graf hebben gegeven. We hebben hier een tijdlang bewonderend rondgekeken. Sommige delen van de façade waren werkelijk nog gestochen scharf en dat na 2000 jaar. Dat kwam omdat het in de rotsen was uitgehouwen en de omringende rotsen de façade tegen weersinvloeden beschermd hadden. Zij hebben de beelden in de façade evenwel niet tegen de iconoclasten kunnen beschermen en alle menselijke afbeeldingen zijn vernield. Op de plaats voor de Schatkamer was het een komen en gaan van mensenmassa’s, kamelen, paarden, ezels en paard en wagens. Verder stond er een grote barak met verversingen. We hebben een tijdje op de trap voor de Schatkamer gezeten en zijn daarna op de rots naast de toegang tot de Siq geklommen om een beter zicht op het lijn- en kleurenspel van de Schatkamer te hebben. Eindelijk kwamen ook Achmad met de laatste der Rotelianen. Na wat uitleg, dat wij al uit de reisgids kenden, gingen we verder langs het hoofdpad, langs andere façades. Deze waren allen veel slechter bewaard gebleven. Hierna konden we bij een barak wat te drinken bestellen, als we wilden. Ja hoor, dat wilden wij wel, om mee te nemen. Wij bestelden maar weer een kunstmatig echt sapje dat Jessica met het water in haar 1,5 liter fles mengde want gewoon water kwam haar ondertussen de neusgaten uit. Vervolgens kwam een hele klim, en nee, wij hadden geen ezel nodig om ons de trappen op te brengen. Die klim was best zwaar. Sommige delen lagen in de felle zon, andere delen hadden uitgesleten treden en als er dan nog los zand over lag, werd het geheel nog glad ook. De treden waren lang, lang geleden in de rotsen uitgehakt en hadden allemaal verschillende hoogtes. Maar de klim was zeer de moeite waard, we hadden prachtige uitzichten. Deze werden alleen regelmatig ontsierd door Jessica’s tweede schaduw. Waar je ook keek, daar was hij, nooit ver weg, foto’s makend om te wachten tot wij (pardon, tot Jessica) weer in de buurt waren of juist sneller klimmend. Wij waren niet zo snel. Wij hadden regelmatig oponthoud in de vorm van klagend miauwende jonge katjes. Dat klonk daar goed in de kloof.

Uiteindelijk bereikten we de top waar, naast een barak met verfrissingen en kraampjes met prullaria, ook de Hoge Offerplaats was. Van het gebouw stond niet veel meer en je brandde er weg in de zon maar je had er wel een prachtig uitzicht op de bergen rondom. Wij zijn over de rand op een smalle richel daaronder gesprongen en daar in de schaduw gaan zitten, uit het zicht van Jessica’s tweede schaduw. Toen we Ahmad’s stem hoorden, zijn we weer omhoog geklommen.

De weg naar beneden ging via een andere route, maar weer via trappen die verraderlijk glad konden zijn. Het is maar goed dat Petra in Jordanië ligt en niet in Engeland want anders zou deze site gelijk gesloten zijn met zijn trappen zonder leuning en zijn smalle paden langs diepe afgronden. Langs het leeuwenreliëf, een miauwend katje in een watergoot en het graf van de Romeinse soldaat kwamen we beneden en gingen zo achter langs naar Petra-centrum. Het was ondertussen middag geworden en nog warmer en we waren wel aan iets te eten toe. In het oude centrum waren echter maar twee restaurants. De ene was duur, de andere was asociaal duur. Ze boden allebei een buffet aan. Dat hebben wij toch maar niet gedaan omdat het wel wat prijzig was. Zelfs Ahmad vond het erg duur. In plaats daarvan zijn we op zoek gegaan naar een kiosk waar we misschien iets kleins zouden kunnen kopen. Een Vlaamse friettent zou goed zijn geweest. Zoiets was evenwel in dit gedeelte van Petra niet te vinden. In plaats daarvan zijn we maar even het museum in gegaan, waar wel wat leuke dingetjes te zien waren, en hebben in hetzelfde gebouw kaarten, postzegels en een boek gekocht. Daarna zijn we bij de andere Roteliaanse niet-eters voor het minst dure restaurant in de schaduw gaan zitten om bij te komen van de warmte. Vervolgens zijn we weer op pad gegaan naar de restanten van een byzantijnse kerk met vloermozaïeken. Deze waren van goede kwaliteit en beeldden beestjes en allegorische personen af. Van de kerk zelf was niet meer overgebleven dan gerestaureerde kniehoge muren en pilaren. Het geheel was met een staal-canvas constructie overdekt. Het was er heerlijk koel en rustig. En zoals gezegd, de mozaïeken waren heel mooi.

Daar we daar niet eeuwig konden blijven, zijn we verder gaan lopen in de richting van het Nabatheeïsche theater. Dat lag op de weg naar de uitgang dus dat kwam mooi uit. Ondereg kwamen we langs een restaurantje waar ook wat hartige zaken verkocht werden, lees: chips. Na weer een kleine pauze kwamen we langs het theater, fotostop en op naar de uitgang. Dat was nog een lange weg. Ahmad had al gezegd dat we er de tijd voor moesten nemen vooral ook omdat de terugweg stijgt. Het eerste deel door de Siq was geen probleem en liep heerlijk door de schaduw, het tweede deel echter was in de volle zon en dat was moeizaam.

Bij de uitgang zijn we naar het postkantoortje gegaan en hebben (verschillende soorten) postzegels ingeslagen, daarbij geholpen door een inheems persoon die de postmeneer uitlegde wat we wilden hebben. Daarna kwam de bus en mochten we met Franz mee naar hotel al-Anbat, waar Franz weer één van zijn fantastische recepten op ons uitprobeerde. Dit keer had hij gelukkig de cayenne peper met rust gelaten. Het was pasta met geëxplodeerd rund en een banaan toe. Voor het eten hadden we trouwens nog wat tijd om het kleine supermarktje naast het hotel onveilig te maken. Het was een soort China-winkel met allerlei prullaria en etenswaar in pakjes. We kochten wat Engels drop (“with some new shapes”), mokka-koffie met kardemom, mangosap en … yoghurt! Ik heb Jessica lange tijd niet meer zo opgewonden gezien. Yoghurt, yoghurt, yoghurt! Dat klopt, we hebben echt yoghurt-Entzug want we hebben dat al weken niet meer gegeten.

’s Avonds om 20:15 moesten we weer boven op de zesde verdieping van het hotel zijn. Dat klinkt heel hoog, en dat was het ook, maar het hotel was tegen een rotswand gebouwd, en keek uit over de vallei in het noorden. De zesde verdieping lag op straatniveau. Van de parkeerplaats beneden, waar de Rotel stond, ging het via een klein trappetje omhoog de zijkant van het hotel binnen. Langs de toiletten en douches ging het vervolgens een tweede trappetje omhoog, door een deur zonder deurkruk, door een smal gangetje met een derde trap die uitkwam op een smalle gang die parallel aan de rotswand liep. Hieraan lagen ook de hotelkamers en was er een lift waarmee je eenvoudig op de zesde verdieping kon komen. Wij hadden Petra bij Nacht besteld bij de receptie en het vervoer naar Petra zou om 20:15 voor het hotel staan. We waren behoorlijk vroeg en hebben in de lounge van het hotel wat kaarten zitten schrijven en hotelgasten zitten bekijken. Er was een hele groep Nederlanders waarvan er tenminste eentje als white trash kon worden betiteld. Wij waren bang dat deze groep ook naar Petra bij Nacht wilde gaan, maar dat bleek niet zo te zijn; zij zaten in ieder geval niet in het vervoermiddel waarin wij zaten. Dit vervoermiddel was een luxe benzineslurper met extra zitplaatsen. Er kwam nog een groepje jonge Nederlanders bij die van Egypte kwamen en via Jordanië naar Israel wilden. De chauffeur was een jonge jongen die het voor elkaar kreeg om met één hand te SMS-en, te sturen en te toeteren en met de andere gesticulerend met 60 km/uur door Wadi Musa te razen. Een interessante ervaring.

Misschien iets te laat kwamen we bij het bezoekerscentrum van Petra. Er stond al een hele groep, zo’n 200 man/vrouw te luisteren naar een Jordaniër die stond te vertellen wat wel en niet toegestaan was tijdens Petra by night. Zo mocht er wel gefotografeerd worden maar we moesten wel stil zijn en er mochten geen mobieltjes gebruikt worden om de sfeer te bewaren. En masse ging het vervolgens naar de ingang waar al snel een opstopping ontstond omdat de kaartjes hier gecontroleerd resp. ingenomen werden en men maar één voor één door het detectiepoortje kon. Daarna begon de zandweg met de paardenrenbaan ernaast. De weg werd aan weerzijde gezoomd door kaarsen die in een soort van papieren boterhamzak stonden. Elke ca. 10 m stond er een kaars. Hierdoor was alles duidelijk te zien. Ook de maan scheen, het was eerste kwartier of daar omtrent, en er waren een heleboel sterren. In het begin waren de bezoekers verbazingwekkend rustig, iets dat ik niet verwacht had. Natuurlijk waren er een paar die zich niet konden gedragen en in één of andere taal luid over koetjes en kalfjes aan het praten waren. Daar gingen wij maar aan voorbij. Tot aan de Siq ging het goed, daarna was het stiltequotum van de meesten wel bereikt. Een stel praatte wat harder, anderen probeerden daar overheen te komen en al snel galmde de hele kloof van gegiechel en gepraat. Een paar keer werd van verschillende zijdes Sssst! geroepen wat alleen maar voor meer hilariteit zorgde. In de wat bredere delen van de Siq galmde het niet zo en dempte het geluid wat meer, zodat het zo nu en dan wat rustiger was. Het was wel mooi, al die kaarsen die de kloof van onderen belichtten en de sterrenhemel er boven. De meeste tijd was het sterrenbeeld lier te zien. Zo kwamen we bij de Schatkamer. Het middendeel van de open plaats stond vol met kaarsen. Daar omheen had men kleden gelegd waarop al veel mensen zaten. Ons werd een plekje tegenover de Schatkamer gewezen. De Schatkamer gloeide oranje-achtig in het kaarslicht. Heel veel bezoekers probeerden dit beeld op de gevoelige plaat vast te leggen. Helaas waren ze zo stom om hiervoor flitslicht te gebruiken. Niet alleen kleine flitslampjes werden gebruikt maar ook zulke, waarvoor je waarschijnlijk een hele accu mee moest slepen. Het was verblindend, gelijk een stroboscoop met flitsen van verschillende sterkte en van verschillende kanten. En natuurlijk overal geroezemoes.

Nadat iedereen gezeten was, begon een Jordaniër op zijn fidel te spelen en te klaagzingen. Het was best aardig. Doordat de Schatkamer omgeven is door hoge rotswanden, klinkt het geluid duidelijk. Een microfoon is niet nodig. Vervolgens werd er op een fluit gespeeld en liep de fluitspeler verschillende rondjes tussen de mensen door. Flits, flits blitz! Hoe die man zonder aarzelen overal door liep is onvoorstelbaar. Hij moet voortdurend totaal verblind zijn geweest. Als derde werd er een verhaaltje in het Engels verteld. Ondertussen, al vanaf het moment dat de muziek begon, werd thee in kleine plastic bekertjes rondgedeeld. Mierzoet. Gelukkig lustte Jessica mijn thee ook. Als laatste wilde de verteller ons, als geëerde gasten, het kostbaarste van de Bedoeïenen meegeven: de stilte, natuur en sterren. We werden gevraagd om drie minuten helemaal niets te zeggen. Bijna iedereen hield zich daar aan op een stelletje ouwe-van-dage Ammi’s na. Die fluister-kwekten er lustig op los. O, wat irritant. Petra is groot en de valleien zijn er diep, je zou bijna op een idee komen… Korter dan drie minuten mochten we alweer ophouden, waarschijnlijk omdat het toch een verloren zaak was. Hierna moesten we weer terug. Wij zouden graag wat langer zijn gebleven om van de kaarsen en het lichtspel te genieten maar we moesten om 22:40 weer terug zijn bij het Möwenpick-Hotel waar we zouden worden opgehaald. Het was al 22:00 uur geweest toen we de weg van de Siq insloegen en de weg was minstens een half uur gaans. We liepen stevig door langs nog brandende en al kapot getrapte kaarsen. Stil was het niet. Het was een aangename temperatuur en de jassen die we uit voorzorg hadden meegenomen, waren niet nodig. We legden de weg in 35 minuten af. Niet slecht. We waren de eersten bij ons vervoer. De overige Nederlanders volgden een vijftal minuten later. Hierna mochten we eindelijk in onze Rotel kruipen.

Geen opmerkingen: