zondag, december 24, 2006

G.B.J. Hilterman

Of was het G.J.B. Hilterman? Voor degenen onder ons die van ver na de maanlanding zijn: De heer Hilterman schreef altijd een column in het NRC Handelsblad over zijn zicht der dingen op de wereld. En dat is nu precies wat Jessica wilde dat ik nu ging doen; op het blog (psychisch exhibitionisme dus...). Hoe kwam het zover? Wel, daar gaat een hele geschiedenis aan vooraf. Ga er maar even voor zitten.

Het begon allemaal toen de wereld nog in orde was: gisteren, de eerste dag van de vacantie. Jawel, vacantie! Bij Wessex Archaeology wordt er namelijk tot 2 januari niet gewerkt. Redelijk vroeg zijn we de stad in gegaan om onze laatste boodschappen te doen. Het grootste deel van de waslijst hadden we vrijdag al afgewerkt en nu ware alleen de markt en de slager aan de beurt. De markt was geen enkel probleem. Het leek niet veel drukker te zijn dan anders. De organische groenteman had alles wat we wilden hebben (bloemkool, pepperoni, gember, appels, tomaten) en de viskraam schuin tegenover had een prachtige kabeljouw (zonder vlees, alleen de graten) voor de vergelijkingscollectie. Bij de slager was het evenwel een beetje drukker. Hier oefenden de ingezetenen van het Verenigde Koninkrijk hun meest geliefde hobby uit: het queu-en. Het doet me altijd een beetje denken aan het liedje van Andre van Duin: file. Wel meer dan duizend Engelsen staan daar netjes op een rij. Zoveel waren het er niet, maar genoeg om tot een uur te moeten wachten. Ik werd in de rij gedumpd en Jes. ging de rest van de inkopen doen. Na 10 minuten kwam ze terug met een Christmas pudding voor moeder en dochter van de viskraam, omdat ze elke week wel een ontviste vis voor ons hebben, en met het een en ander voor onze vrienden die op tweede kerstdag bij ons komen eten. Daar ik niet veel verder was opgeschoten in de rij ging Jes. de pudding maar vast naar de viskraam brengen. Ondertussen werd ik vermaakt door drie meiden die tegenover de slager op een viool, cello en hobo kerstliedjes stonden te spelen. Ook kwam de eigenaar van het vogelkooitje (Bird & Carter; zie een paar blogs eerder), die ook de buurman van de slager is, langs de rij gelopen met de vraag of iemand koffie wilde. Hij zei me dat hij voor ons de gebruikelijke cappucino en sandwiches vast zou klaarzetten. Toen Jes. terugkwam en ik nog steeds niet erg was opgeschoten, besloten we de rij de rij te laten en gelijk door te gaan naar de koffie en daarna in de supermarkt een varkenshaasje (of iets dat daarop leek) te halen.


Blik op de binnenkant van Bird & Carter

Zo gezegd, zo gedaan. Onderweg nog kaarsen gehaald, wat, verwonderlijk genoeg, erg moeilijk was. We hebben in meerdere winkels moeten kijken en hebben nu onder andere een paar sterk geurende witte kaarsen. Het aroma komt je tegemoet zodra je de deur aan de Middleton Road open doet... Maar goed, nu komt het. Jes. vroeg mij of we ook nog een tafellaken nodig hadden. Volgens mij hadden we nog zo'n rood geval en we werden ons enig dat we thuis het een en ander zouden nakijken. Dat hebben we niet gedaan, en dat had gevolgen voor de dag erna: vandaag dus.

De dag begon goed: bewolkt maar niet echt koud. Ik eerst naar m'n clubhuis en daarna door naar St. Martin's om de Anglicanen naar hun clubhuis te luiden. Daar we met ons zessen waren mocht ik voor het eerst zelfstandig luiden, dat wil zeggen, zonder dat er iemand naast me stond om in geval van nood het touw te grijpen, mocht ik iets stoms doen. Het ging goed! Jacky, de towercaptain, was in haar nopjes en ik behoorlijk trots dat ik in de laatste ronde de klok in een keer stil kreeg. Zoals ondertussen gebruikelijk ging het daarna naar het vogelkooitje voor koffie en een sandwich. Alles prima. Ook de weg naar huis was prima. Maar dan... Jessica wilde een stol bakken maar zag dat ze de kwark vergeten had. Kan gebeuren en is ook geen probleem want Waitrose is onze buurman en is ook op zondag open. Daar kwam ik op het stomme idee om te vragen of we nog servetten nodig hadden. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, ik had dat gisteren moeten vragen. Nu moesten we de stad in om een tafellaken en servetten te kopen want Waitrose is gewoon (asociaal) duur.


De klokkentoren van St. Martin's

Als man zijnde denk je nu, inkopen, de lievelingsbezigheid van de vrouw. Fout gedacht, dit gaat niet op voor Jessica, niet op zondag en niet als ze wil postzegelen. En ik maar tegen Jes. zeggen dat ze het inkopen stiekumpjes toch heel leuk vind en dat de noodzaak van een tafellaken niet zo groot was omdat we toch nog zo'n rood geval hadden. Het volgende gesprek ontwikkelde zich:

Jes.: Wat voor rood geval dan?
Ik: Nou, zo'n vierkant ding.
Jes.: Dat bedekt niet de hele tafel.
Ik: Maakt toch niet uit?
Jes.: Dan staan de borden dus niet op het kleed. Bovendien glijdt het weg.
Ik: Er komen toch schalen op?
Jes.: En als je de schaal pakt glijdt het kleed weg.
Ik: Dan doen we er toch een laken onder?
Jes.: We hebben geen kleed voor eronder.
Ik: We hebben nog wel een wit beddelaken. Die kan er mooi onder.
Jes.: Nee!

Dus wij verder op onze queeste. Engelsen schijnen geen tafelkleden te gebruiken. Uiteindelijk hebben we er eentje gehaald, die we al in de eerste winkel hadden gezien waar we naar binnen zijn gegaan. Dit bevestigt mijn vermoeden dat Jessica het winkelen stiekum toch heel leuk vond.

Geen opmerkingen: