vrijdag, november 24, 2006

Apgen en zo

Zoals de meesten van jullie wel weten behoor ik tot het Apostolisch Genootschap (www.apgen.nl). Hoewel er hier in Engeland geen plaats van samenkomst is, lever ik af en toe mijn bijdrage 'online' via de meedenkgroep. Hiervoor verzamel ik allerlei stukjes die daarvoor wel eens handig zouden kunnen zijn. Het volgende stukje kwam ik tegen in de 'Sarum Link' het blad van het diocees Salisbury. Het is geschreven door Andrew Salmon uit Wareham:

Ik heb een droom. Mensen stromen de kerk binnen – maar het is niet het geijkte kerkgebouw. Het is een gebouw voor allerlei activiteiten en voor alle leeftijden. Alles gebeurt tegelijker tijd en op verschillende plaatsen.
Er is een plek waar je wat kunt nuttigen, een voor entertainment, een voor medische behandelingen (inclusief ‘alternatief’), verschillende ruimtes voor de diverse sportdisciplines, een sportschool, een crèche, een leeromgeving, een ontspanningsruimte met de mogelijkheid tot counseling, een adviesbureau, een kledingwinkel en nog veel meer.
Maar wat is er gebeurt met de plek waar traditioneel de godsdienst beleden werd, met de kerkbanken dicht aan dicht, welke elke vorm van echt menselijk contact belette? Er is een speciale gebedsruimte voor godsdienstbeoefening die bij behoefte vergroot kan worden. Niet langer ligt de nadruk op de zondagsdienst als hoofdzakelijke kerkactiviteit zoals dat tegenwoordig nog door de meeste mensen wordt verondersteld.
In plaats daarvan is de godsdienstbeoefening onderdeel geworden van elke andere aanwezige activiteit; er is geen onderscheid meer tussen het spirituele en het sociale. Alles vindt plaats in de geest van het gebed.
De sleutelfactor is dat elk lid betrokken is bij een sociale activiteit, sommige in het gebouw zoals beschreven, maar de meerderheid gaat naar buiten en op in de maatschappij.
Ze zijn gewapend met borstels, spades en allerlei gereedschap om de noden die van te voren geïnventariseerd waren te gaan verhelpen. Dit is verworden tot de hoofdactiviteit van de kerk, de vuurproef van een oprecht geloof en de gebruikelijke voorwaarde voor het verkrijgen van lidmaatschap. En het is geheel in de geest van God.
Helaas, toen werd ik wakker en realiseerde me dat ik had gedroomd.

Bovenstaand stukje hangt bij ons op de koelkast. Het herinnert mij eraan wat ik echt wil: praktisch bezig zijn met mijn levensovertuiging. Dat brengen wij o.a. in praktijk door goed te kijken waar onze levensmiddelen vandaan komen en hoe ze verpakt zijn, onze betrokkenheid bij Eresi in Uganda, kleingeld geven aan collectes, schoenendozen pakken voor Bulgarije, het sponsoren van collega’s die geld inzamelen voor een goed doel en in de kleine dingetjes van elke dag (deur openhouden, mensen voorlaten, beetje lief zijn). Vooral dat laatste is bij tijd en wijle een hele opgave...

Nog zo een losse opmerking: de Engelse staat is niet zo’n verzorgingsstaat zoals de Nederlandse wel is/was. Dat heeft er voor gezorgd dat er heel wat liefdadigheid wordt bedreven. Mensen staan op straat met een bakje, verkopen zelfgebakken taart of runnen een vlooienkraam of leveren een prestatie waarvoor ze zich laten sponsoren. Hoewel geboren uit nood levert het wel betrokkenheid bij elkaar op en daar kunnen wij zeker iets van leren!

Geen opmerkingen: