maandag, mei 28, 2007

18 Mei 2007: High Tea in de herkansing

Iedereen beoordeeld de kwaliteit van een hotel anders. Ik wil een fatsoenlijke douche met zeer heet water, Tries wil een fatsoenlijk ontbijt. Beiden waren in Hotel Dunchoille gelukkig voor handen. Het ontbijt bestond uit een musli/crusli/cornflakes, melk, sapjes en fruit buffet gevolgd door een Full English met een pot thee en toast zoveel je maar wilde. Nou, dat lieten wij ons geen tweede keer zeggen...
Na heerlijk ontbeten te hebben, besloten we een aantal forten en hunebedden op het noordelijk deel van het eiland te gaan bekijken. Hoewel Jessica het met die moderne forten nu toch wel een beetje gehad had, ging ze toch (bijna) zonder te morren braaf mee...

We begonnen bij Chateau des Marais. Ligt achter een sociaal woonwijkje van het ergste soort. Guernsey heeft namelijk twee groepen bewoners: de have too muches en de have nots. De eerste zijn er recentelijk komen wonen (je betaalt er immers geen inkomstenbelasting) en de tweede groep is er geboren. Het contrast vonden wij iets te schril. Maar terug naar het fort. Van te voren met Tries gewed dat het weer zo'n modern 18de eeuws ding zou zijn met een later duits implantaat. Hij dacht dat het een middeleeuws ding zou zijn. Daar hadden we er immers al tientallen van gezien...., not! Eenmaal bij het groene verklarende bordje aangekomen, bleek ik gelijk te hebben. Hoewel, Tries zat er ook niet helemaal naast: ze hadden er ook bewoningssporen uit de bronstijd gevonden en de plattegrond van het ding was van rond 1200.

Om van dit fort naar het volgende te komen, moesten we langs de andere grote haven van Guernsey: St Sampson harbour. Het lijkt een beetje op een hoekje van Rotterdam aangezien het ook een goederenhaven is. Wel hadden ze er een pandje met allemaal leuke tegeltjes aan de gevel. Aan de achterkant van de haven lag het fort Vale. Ja, je raadt het al: ook uit de 18de eeuw. Hoewel ook hier bewoning uit de prehistorie was vastgesteld en het poortgebouw was uit de 16de eeuw. Het prettige van dit deel van het eiland is wel dat je er niemand tegenkomt.



Nu was het dan eindelijk tijd voor een hunebed: Le Dehus. Een prachtig ding! Vooral omdat een van de dekstenen een hergebruikte menhir is. En op deze menhir staat een man met een boog. Gelukkig was er licht in de tombe zodat je dit ook goed kon zien. Met afstand het beste hunebed dat ik ooit gezien heb! We kwamen in gesprek met een local die ons nog even wees op deze deksteen (veel mensen missen hem) en hij vertelde ons van een restaurantje waar we absoluut heen moesten voor thee mét. Helaas, eenmaal daar aangekomen, bleek het ding dicht. Dit was inmiddels al de tweede die dicht was en we kregen toch wel een beetje honger. Gelukkig was de volgende wel open en konden we ons weer tegoed doen aan een stukje gâche.

Het volgende hunebed stond op de golfplaats. Beetje tricky om bij in de buurt te kommen met al die golfers... Maar ook weer een hele mooie.

Tijd om op de bus te stappen voor een ritje naar de menhirs van Richmond. De beste buschauffeur had nog nooit van die dingen gehoord en dropte ons dus een halte te ver. Het was effe zoeken naar de stenen want ze stonden op privé land. Vandaar zijn we toen maar gaan lopen naar het volgende hunebed: Le Trepied. Dit bleek er eentje van het nederlandse soort te zijn: kale stenen. Hier had ik ook een encounter met een heus monster... (ja, zie maar eens een rups vanuit je ooghoek op je hand zitten terwijl je geen idee hebt wat het is en hoe het daar komt...!).








Helemaal voldaan van al die forten en hunebedden besloten we de bus terug te pakken naar St Peter port. Eenmaal daar aangekomen, maakten wij ons op weg naar de theeshop van het museum. Want we wilden nu toch echt wel aan de high tea. Nou dat hebben we geweten! We hoefden in ieder geval niets meer te regelen voor het avondeten...

Geen opmerkingen: